Podcast: normaliseren in een residentiële setting
Zo doe je dat
‘Voorkom dat je elkaar pas leert kennen tijdens een crisis’
Leestijd: 3,5 minuten
Schoolverzuim, middelengebruik, psychische problemen, crimineel gedrag. In het leven van risicojongeren komt veel samen. Dat vraagt goede samenwerking tussen hulpverleners, maar hoe doe je dat? De Academische Werkplaats Risicojeugd ontdekte 4 pilaren waardoor het fundament van samenwerking stevig staat.
Hoe goed beleid ook klinkt op papier, in de praktijk pakt het vaak anders uit. De Academische Werkplaats Risicojeugd zocht uit wat nodig is om beter samen te werken rond risicojeugd. Jongeren die ernstige problemen op meerdere leefgebieden ervaren, zoals op school, werk en/of met vrienden. Bij het onderzoek ging het om jongeren in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI). ‘Duidelijke structuren, randvoorwaarden, tijd, een bereidwillige houding en onderling vertrouwen versterken het fundament van samenwerking’, vertelt onderzoeker Laura Veerman. Anne van der Maas werkte mee vanuit het cliëntenperspectief. Samen met wetenschap, praktijk en cliënten ontdekten ze 4 pilaren voor een stevig fundament om goed samen te werken:
1
Pilaar 1
Werk al vóór de casus structureel samen
Laura Veerman: ‘Leer elkaar kennen vóórdat de casus onder druk staat. Dat is effectiever voor de samenwerking.’
- Organiseer casus-onafhankelijke ontmoetingen: leer elkaars taal en organisatiebelangen kennen vóórdat er druk op de samenwerking komt te staan.
- Maak overleggen niet te groot, niet te lang en werk doelgericht.
- Match zoveel mogelijk professionals die elkaar al kennen rondom een casus.
2
Pilaar 2
Regel de essentiële randvoorwaarden
Anne van der Maas: ‘Reserveer tijd voor samenwerking. Want goedkoop is duurkoop.’
- Tijd en ruimte om te investeren in relaties en samenwerking is juist bij het werken met risicojeugd van belang. Soms moeten belangrijke knopen worden doorgehakt over de veiligheid van jongeren, dit gaat makkelijker als de relatie goed is.
- Mandaat: stuur mensen naar overleg die beslissingen kunnen nemen en kunnen schakelen.
- Belangrijke rol van gemeenten: stimuleer en faciliteer samenwerking tussen organisaties.
2
3
Pilaar 3
Investeer in samenwerken
Laura Veerman: ‘Samenwerken vraagt professionalisering en bewustwording. Je kunt het niet “zomaar”.’
Anne van der Maas: ‘Vaak denk je hetzelfde te zeggen, maar bedoel je iets anders.’
- De wil om samen te werken: kom opdagen, wees nieuwsgierig, geef en vraag uitleg.
- Fysieke aanwezigheid heeft veel voordelen, zeker wanneer je elkaar nog niet kent.
- Professionele bescheidenheid: ga niet uit van ‘we verstaan elkaar wel’ – check actief wat een ander bedoelt en toon begrip voor andere visies.
- Organisaties moeten bereid zijn en hulpverleners faciliteren om deze samenwerking buiten de deur aan te gaan.
4
Pilaar 4
Zorg voor vertrouwen en veiligheid
Laura Veerman: ‘Vertrouwen zorgt ervoor dat je bereid bent iets voor elkaar te doen. En het is de kiem voor leren.’
- Kwetsbaarheid en transparantie: durf te delen wat je niet weet of niet kunt. Besef: je staat er niet alleen voor.
- Spanningen in het team ondermijnen het vertrouwen van jongeren in de hulpverlening.
- Wees je bewust van parallelle processen: vertrouwen en relationele veiligheid kunnen hetzelfde werken in teams als in gezinnen.
4
Laura Veerman is criminoloog, docent aan de Hogeschool Leiden en promovendus bij de Academische Werkplaats Risicojeugd. Ze werkt aan ‘Van papier naar praktijk’ over hoe samenwerken rond risicojeugd in de praktijk landt.
Anne van der Maas is adviseur kwaliteit & innovatie bij Lokalis en adviseur Cliëntperspectief bij Expertiseteam Yeph van de regio Utrecht.
Over van papier naar praktijk
Hoe goed beleid ook klinkt op papier, in de praktijk pakt het vaak anders uit. Voor Veerman de reden om haar promotieonderzoek Van papier naar praktijk: integraal werken met risicojeugd bij de Academische Kenniswerkplaats Risicojeugd uit te voeren. ‘Zowel mandaat, regie als professionele ruimte liggen vaak niet bij één persoon of organisatie. Terwijl bij de hulp aan risicojongeren goede samenwerking tussen professionals cruciaal is’, zegt onderzoeker Laura Veerman.
Bij het actieonderzoek waren alle perspectieven betrokken – wetenschap, praktijk én cliënten. Zoals Anne van der Maas, die vanuit het cliëntenperspectief meewerkte en meeschreef aan een aantal artikelen.
Onderlinge spanningen
Adviseur cliëntperspectief Van der Maas: ‘Jongeren voelen spanningen tussen professionals feilloos aan. Dat ondermijnt het vertrouwen in de hele hulpverlening. Het is belangrijk om bij het begin van de samenwerking al oog te hebben voor de verschillende belangen aan tafel. Erken je die niet, dan gaat het botsen. Dat ondermijnt het vertrouwen in de hele hulpverlening.’
Veerman: ‘Anne stelde vaak de juiste vragen. “Wat heeft een gezin hier eigenlijk aan?”, vroeg ze dan. Dat hield me scherp.’
‘Samenwerken is meer dan een gezamenlijk overleg organiseren’, stelt Veerman. ‘Duidelijke structuren, randvoorwaarden, tijd, een bereidwillige houding en onderling vertrouwen versterken het fundament van samenwerking.’
Meer weten?
- Factsheet - 'Van papier naar praktijk'
- Factsheet - Integreren expertise
- Factsheet - Doorbreek vicieuze cirkel
- Wetenschappelijk artikel over combineren van expertise
