Kunst & Knelpunt

‘Heeft het gezin straks óók nog iets aan mijn hulp?’

Leestijd: 2 minuten

De stoom komt hen vaak al uit de oren. Hoe krijg je kwetsbare gezinnen toch zover om mee te doen aan langlopend onderzoek? Onderzoeker en promovenda Bernadette Janssen van Tranzo en ambulant hulpverlener Hilde van Eert lukte het: ‘Zelf enthousiast over het nut? Dat breng je over op het gezin.’

Toch bleef het de eerste maand stil, herinnert Janssen zich over de start van het onderzoek ‘Hoe gaat het later?’ in 2020. Met de opgerichte klankbordgroep van hulpverleners bedachten ze dat Janssen het contact met de gezinnen voor deelname aan het onderzoek van de hulpverleners zou overnemen. Want én werven én ondertekenen van toestemmingsformulieren bleek een beetje veel als hulpverleners ook de hulp opstartten. Uiteindelijk stemden 86 gezinnen toe.

Inzicht in langetermijneffect hulp

‘Bernadettes onderzoek maakte ons als hulpverleners nieuwsgierig naar de antwoorden op: Past wat ik doe bij de gezinnen? Beklijft het op de langere termijn?’, vertelt Hilde van Eert die werkt bij Combinatie Jeugdzorg. Met haar promotieonderzoek hoopt Janssen begin 2026 inzicht te geven in de korte- en langetermijneffecten van specialistische jeugdhulp. Om kinderen, jongeren en hun ouders zo goed mogelijk te kunnen helpen bij complexe vragen en problemen rondom opgroeien en opvoeden.

De vlog van dit meisje sloot zo goed aan.

De toon en de goede afstemming richting gezinnen hielpen enorm bij de werving. Net zoals de klankbordgroep van ouders die meedacht over de uitnodigingsbrieven, de waardebonnen voor deelnemers als bedankje en de vlog door een ervaringsdeskundige jongere. Janssen: ‘Als volwassene kon ik natuurlijk nooit zo goed bij jongeren aansluiten als dit meisje. Bovendien wilden we de werving niet alleen schriftelijk doen.’

Gezinnen kunnen opvallend goed uitleggen…

wat de hulpverlening hen oplevert

Kerstkaart als waardering

Eenmaal binnenboord bleek het een uitdaging om de gezinnen erbij te houden. ‘Zoiets als een kerstkaartje sturen hielp, en laten merken dat je hun deelname waardeert. Vertellen dat het onderzoek losstaat van de hulpverlening was daarnaast belangrijk. Dan voelden ouders zich niet gehinderd om te rapporteren of ze tevreden waren of niet.’

De gezinnen die deelnamen, konden opvallend goed uitleggen wat de hulpverlening hen oplevert. Janssen ziet dat cliënten die zich goed geholpen voelen onder andere een fijne hulpverlenersrelatie en verbeteringen benoemen. Zoals verminderde traumaklachten en beter begrijpen van en kunnen aansluiten bij het gedrag van hun kind. Maar sommige kwetsbaarheden blijven en daarvoor is vaak vervolghulp nodig. Verder is de analyse van de resultaten nog in volle gang.

Van Eert en Janssen kijken tevreden terug op hun ervaring als onderzoeksgroep: ‘Als hulpverleners en onderzoekers hebben we geleerd van elkaars perspectieven, merkten we dat we elkaar nodig hebben bij de werving van gezinnen, de invulling van het onderzoek en bij het aanscherpen van de interviewvragen. En dat geldt straks ook als we de uitkomsten gaan delen.’

Academische Werkplaats Jeugd Tranzo

 ‘Hoe gaat het later?’ is een onderzoek van Sterk Huis en Combinatie Jeugdzorg, in samenwerking met de Academische Werkplaats Jeugd Tranzo. Zorgorganisaties Oostpoort en Maashorst droegen bij aan dataverzameling die plaatsvond bij de start en afronding van de hulpverlening en 9 en 18 maanden na afronding. De Academische Werkplaats Jeugd is onderdeel van Tranzo (Tilburg University). Binnen de werkplaats werken onderzoekers en de praktijk samen aan het ontwikkelen en uitwisselen van kennis rondom de transformatie van zorg voor de jeugd. Naast de universiteit nemen verschillende gemeenten, GGD- en GGZ-organisaties, Avans – en Fontys Hogeschool en jeugdzorg­organisaties én een cliëntpanel van ervaringsdeskundige ouders deel aan de werkplaats.

Tekst: Anja Klein

Meer weten?