Eyeopener
De waarde van big data en een goed gesprek
Leestijd: 3 minuten
Big data-onderzoek kan bijdragen aan een kansrijke start van kinderen, ontdekte een multidisciplinair onderzoeksteam. Maar alleen als ouders, hulpverleners en gemeentelijke beleidsmakers erbij worden betrokken.
‘Hoe geef je alle kinderen een kansrijke start? Dat onderzochten we in het project Betekenisvol Datagebruik voor een Kansrijke Start’, vertelt projectleider Tanja Houweling. ‘We koppelden gegevens vanuit de geboortezorg en Centra voor Jeugd en Gezin over de ontwikkeling van kinderen aan CBS-data. Bijvoorbeeld over het inkomen van ouders, hun opleidingsniveau en gezondheid. Zo wilden we vroegsignalering verbeteren en het gemeentelijk beleid versterken.’
Praten over voorwaarden van datagebruik
Aan het gebruik van data zijn risico’s verbonden. ‘Denk bijvoorbeeld aan privacyschending en stigmatisering, zoals het toeslagenschandaal liet zien’, zegt Houweling. ‘Daarom zijn we tijdens data-dialogen met ouders, hulpverleners en gemeenteambtenaren in gesprek gegaan om samen te definiëren wat randvoorwaarden zijn voor acceptabel en betekenisvol datagebruik.’
Ze vervolgt: ‘Ouders zien het nut van datagebruik, maar zijn ook kritisch op algoritmes die mensen in hokjes stoppen. Terecht! Uit ons onderzoek blijkt dat die hokjes lang niet altijd kloppen. Er is veel individuele variatie. Bovendien zijn niet alle factoren die invloed hebben op een kansrijke start beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan sociale steun.’

Tanja Houweling is universitair docent sociale epidemiologie op de afdeling maatschappelijke gezondheidszorg van het Erasmus MC. Zij doet onderzoek naar kansenongelijkheid in de jonge jaren en het effect daarvan op de levensloop. En naar hoe je met preventief beleid kansengelijkheid en volksgezondheid kan bevorderen.
Stapeling van risicofactoren
Rotterdamse beleidsmakers bogen zich al eerder over risicofactoren voor een kansrijke start, zoals alleenstaand ouderschap in combinatie met armoede en gezondheidsproblemen, vertelt Houweling. ‘Wij brachten deze factoren – en de samenhang daartussen – in beeld met een systeemkaart, een zogenaamde complex systems map.’
De onderzoekers keken verder naar de relatie tussen een stapeling van risicofactoren en geboorte-uitkomsten, waaronder vroeggeboorte. ‘In sommige wijken in Rotterdam-Zuid zagen we een clustering van sociaaleconomische problemen, alleenstaand ouderschap en gezondheidsproblemen van ouders. Daarom zet de gemeente nu meer in op het versterken van sociale netwerken.’
Risico’s voorspellen
In het project zijn daarnaast modellen ontwikkeld om het risico op slechte geboorte-uitkomsten, ontwikkelingsachterstand en overgewicht te voorspellen. ‘Deze modellen zijn, samen met de data-dialogen, systeemkaart en consultaties van betrokkenen, gebruikt om een prototype tool voor vroegsignalering te ontwikkelen. Samen met ouders en hulpverleners’, zegt Houweling. ‘De tool wordt gevoed met data die ouders aanleveren; zij willen zelf bepalen wat ze met wie delen.’ Ze vervolgt: ‘Ouders én hulpverleners gaven verder aan dat ze zo’n model best nuttig vinden, maar dat data nooit een vervanging kunnen zijn van een gesprek.’
Pleidooi voor preventie
Het onderzoek laat ook zien dat het voor een kansrijke start niet genoeg is om enkel gezinnen in de meest kwetsbare omstandigheden te ondersteunen, vertelt Houweling. ‘Dat was een eyeopener voor beleidsmakers. Met modellen kun je de hoogrisicogroepen relatief goed voorspellen. Maar de meeste kinderen met bijvoorbeeld een slechte geboorte-uitkomst zitten in de groep met een matig risico. Daarom is ook populatiebrede preventie nodig om alle kinderen een goede start te geven, zoals een verbeterde leefomgeving.’
Terugblikkend stelt Houweling: ‘Big data zijn waardevol, maar alleen als degenen worden betrokken om wie het gaat bij het data-onderzoek. Zij hebben praktijk- en ervaringskennis die wij als onderzoekers missen.’
Over het onderzoek
Binnen het NWA-programma Big Data en Kansrijke Start onderzochten 2 consortia (C-4PO en Betekenisvol Datagebruik voor een Kansrijke Start) hoe je grote dataverzamelingen inzet om de hulp en zorg aan kwetsbare gezinnen en kinderen in de eerste 1000 dagen te verbeteren. Ook ontwikkelden zij instrumenten die hulpverleners kunnen inzetten bij de begeleiding van gezinnen. En zij bogen zich over (ethische, juridische, maatschappelijke) vragen rondom het gebruik van big data. De samenstelling van de consortia was multidisciplinair, met vertegenwoordigers uit onder meer publieke gezondheidszorg, psychiatrie, verloskunde, datawetenschappen, jeugdzorg. Het programma werd afgerond in juni 2025 met een eindsymposium.
Concrete opbrengsten
De onderzoeksresultaten worden gedeeld in vakbladen, op congressen, bijeenkomsten met beleidsmakers en via LinkedIn. Daarnaast biedt het project ‘tools voor de toekomst’, die binnenkort online gedeeld zullen worden:
- Draaiboeken voor het betrekken van ouders en professionals in big-data onderzoek.
- Functioneel ontwerp van de Tool Kansrijke Start voor vroegsignalering, voor hulpverleners uit alle domeinen.
- Routekaart voor het versterken van gemeentelijk beleid met de ‘geleerde lessen’.
- Een monitoring-dashboard om op wijkniveau de ontwikkeling te volgen van indicatoren voor een kansrijke start.
Tekst: Femke van den Berg

