Column
Lef en leiderschap voor die brede blik
Leestijd: 2,5 minuten
In mijn leven ben ik dikwijls geopereerd aan mijn rug. Daardoor heb ik ervaren hoe afhankelijk je kunt zijn. Als bestuurder in de gehandicaptenzorg, psychiatrie en medische wereld heb ik medewerkers daarom altijd iets voorgehouden.
Ik zei: ‘We doen ons werk voor degenen die vraag of zorg nodig hebben.’ Ieder mens wil immers het leven kunnen leiden zoals hij dat voor zich ziet. Ons werk gaat dus altijd over de kwaliteit van leven. Wil je dat voor elkaar krijgen, dan moet je de juiste mensen om je heen verzamelen. En het is belangrijk om samen te beslissen. Het is zo fijn als kinderen of ouders uit meerdere opties kunnen kiezen, die passen bij wat zij het liefste willen.
Dat kan alleen als je het gezin centraal zet. Je kunt niet zeggen: ‘We proberen naar kinderen te luisteren’; je móet luisteren naar kinderen! Dat is de basis. Het maakt niet uit wie dat doet, wat die kan, maar er moet iemand zijn die helpt overbrengen wat voor de ouder of het kind belangrijk is in hun leven. Daarbij kan integrale samenwerking niet ontbreken en heb je professionals met een holistische blik nodig.
Waar Abraham de mosterd haalt
Uitwisseling tussen werkplaatsen over hun kennis en ervaring is belangrijk. Want kinderen zijn kinderen. Per provincie of wijk verschilt het niet zo wat ze nodig hebben. Als pedagoog zeg ik: het gaat ‘gewoon’ om een omgeving die veilig, gezond en sociaal is.
Daarnaast ben je verplicht om te weten waar Abraham de mosterd haalt. Daarin zie ik de meerwaarde voor de kenniswerkplaatsen de komende periode. Want je hoeft echt niet iets nieuws uit te vinden in Friesland als ze in Limburg al weten wat werkt. Kennis en ervaring met elkaar verbinden vanuit het perspectief van de jeugd is effectiever.

Diana Monissen is voorzitter van de programmacommissie Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd van ZonMw. Ze heeft decennialange ervaring als zorgbestuurder, toezichthouder en als lid van diverse commissies over zorg, hulp en jeugd, zoals de Taskforce Kindermishandeling. Deze wisselcolumn biedt telkens een net iets andere kijk op onderzoek en de praktijk in de jeugdsector.
Stimuleer passende interventies
Bovendien voorkom je zo dat een succesvol ontwikkelde interventie of methodiek eindigt omdat het project stopt. Benut de bestaande interventies, is een door mij vaker bereden stokpaardje. Stimuleer dat passende interventies werkelijk gebruikt worden. De werkplaatsen zijn daarin nuttig omdat iedereen al heeft meegedacht: beleid, praktijk, degenen om wie het gaat, de wetenschap, het onderwijs.
De jeugdsector verdient lef
Ik kan niet goed tegen opmerkingen als ‘Dat lukt niet, want we hebben geld- of personeelstekort’, ‘We doen het al jaren zo’ of ‘We lopen tegen het systeem aan en het is zo complex’. Ik houd juist van complexe opgaven!
De ‘wicked problems’ van de jeugdsector verdienen lef en leiderschap – niet alleen van bestuurders of beleidsmakers. Daarom is die brede, multidisciplinaire blik binnen werkplaatsen zo prikkelend om tot andere, spannende(r) denkrichtingen te komen.
Daarnaast leren mensen die samenwerken elkaar vertrouwen en durven ze hulp of ondersteuning aan de ander over te laten. Niets zo frustrerend als bijvoorbeeld een gemeente die de indicatie nog eens dunnetjes overdoet. Schoenmaker blijf bij je leest, zou ik zeggen, en leg de verantwoordelijkheid en de ruimte om te doen wat nodig is, daar waar hij hoort.
Als bestuurder krijg je dikwijls kritiek, tegenwerpingen of de organisatie zit in zwaar weer. Het helpt als je, ondanks tegenwind, blijft bij wat jouw missie is. Mijn advies: Zoek anderen die óók dat kind centraal hebben staan, met de missie om de kwaliteit van hun leven te verbeteren. En laat je niet van de wijs brengen.
