Gluren bij de buren

Samenwerking zorg en onderwijs begint bij de relatie

Leestijd: 5 minuten

De leerkracht en zorgprofessional dragen allebei bij aan de ontwikkeling van kinderen. Alleen de manier waarop verschilt. Loop je die route samen dan komt het kind verder, ontdekte de Kennis­werkplaats Jeugd Friesland. ‘Verbreed je perspectief, stem af en ga vooral dóén.’

Sarah Walburg is een van de projectleiders van het Leernetwerk ‘Samen­werking Zorg en Onder­wijs’ van de Kenniswerk­plaats Jeugd Friesland. Daarnaast werkt ze als docent en onderzoeker aan de NHL Stenden Hogeschool.

Lieuwkje Boomsma werkt als regiomanager bij Horizon Begeleiding. Tijdens het Leernetwerk deed ze ook master-onderzoek naar de verbinding tussen zorg en onderwijs.

Stem af wat haalbare ondersteuning is in de klas

Hoe verbetert de samenwerking?

Boomsma: ‘Met vertrouwen. Samenwerking gaat goed als er een relatie is. Als ambulant begeleider moet je eerst die relatie opbouwen en je moet weten wat je van elkaar kunt verwachten. Zorgprofessionals bieden tips of tools, maar passen die in een schoolklas? Een kind structureel iedere dag een uur individuele instructie geven is niet haalbaar zonder extra ondersteuning. Collega-ambulant werkers adviseer ik om met de leerkracht af te stemmen wat mogelijk is. Een leerling die vaak achterom kijkt en niet tot werken komt, kun je ook een plek achter in de klas geven. Dat is een kleine interventie die goed is in te passen.’

Bedenk een fictief persoon

om een levendig beeld te schetsen van de benodigde ondersteuning

In het leernetwerk gebruikten jullie ontwerpgerichte onderzoeksmethoden. Welke sprong eruit?

Walburg: ‘Voor mij was dat system mapping, waarmee je met lijntjes alle betrokkenen rond bijvoorbeeld een thuiszittende leerling in kaart brengt. Zo’n overzicht laat zien wie wat doet en wie met wie communiceert. Zo zie je bijvoorbeeld dat er veel over het kind en de ouders wordt gecommuniceerd, maar niet mét. Werken aan de relatie met ouders is ook belangrijk – dat nam de professional eruit mee. De methode helpt deelnemers om op metaniveau naar een casus te kijken: herken je het in je eigen praktijk en kan je de transfer maken? Zo’n ontwerpgerichte methode helpt onderwijs- en zorgprofessionals om samen te kijken naar het “echte” probleem dat aan de voorkant niet altijd goed zichtbaar is.’

Boomsma: ‘System mapping verspreid ik nu ook onder collega’s. Daarnaast werkt het heel goed om een persona te schetsen, een fictief persoon die een doelgroep representeert. De neiging is om vanuit je eigen achtergrond en kennis een beeld te vormen. Door te werken met een persona sta je er iets neutraler in. Naast het probleem en inzicht in wat je al wil inzetten, heb je ook meer informatie over persoonlijke wensen, behoeften, interesses en belangrijke mensen. Je streeft ernaar een concreet en levendig beeld te schetsen, om de zorg en ondersteuning beter af te kunnen stemmen.’

Wat is er concreet ontwikkeld?

Walburg: ‘In 2020 maakten we het overzicht ‘Samenwerkingsvormen en werkzame principes onderwijs en zorg’, dat we hebben geüpdatet in 2024. Het geeft een overall beeld van wat er in onze regio al gebeurt en de werkzame principes van samenwerking. Dat voorkomt dat je allemaal zelf het wiel gaat uitvinden. Ook hebben we onze aanpak, werkvormen, opbrengsten en geleerde lessen gebundeld in 4 factsheets [zie kader Meer weten].’

Boomsma: ‘Alleen is zo’n overzicht morgen alweer gedateerd en moet je investeren om het goed bij te houden. Ook zie je dat er veel mensen met inclusief onderwijs bezig zijn, maar hangt wat mogelijk is voor kinderen en ouders nog af van waar je woont. Per regio zou je één initiatief moeten hebben waarbij iedereen aanhaakt.’

Op een simpele manier veranderen?

Daarvoor is iets eenvoudigs nodig…

Wat zijn jullie wijzer geworden na 11 leernetwerk­bijeenkomsten?

Walburg: ‘Verandering zet je vooral in gang door informatie op te halen en samen te gaan dóén. Door ontwerpgericht te werken leg je iets concreets op tafel en dat helpt de samenwerking. Als professionals uit onderwijs en zorg, ervaringsdeskundigen, beleidsmakers, onderzoekers, docenten en studenten wisselden we ervaringen en dilemma’s uit, verkenden oplossingsrichtingen, vormden een sterker netwerk en verstevigden de samenwerking. Een leernetwerk blijkt een goede ontmoetingsplaats voor deelnemers om te kunnen bespreken waar ze tegenaan lopen. Erbuiten weten ze elkaar nu ook te vinden, bijvoorbeeld om een aanpak of perspectief uit te wisselen. Zo simpel kan het zijn.’

Boomsma: ‘Klopt, mijn sociale kaart is groter geworden. Ik nodig deelnemers uit bij onze ‘Denk-Doe-tafels’, waar zorgprofessionals samen met het onderwijs en gemeenten onderzoeken hoe we onze expertise kunnen bundelen. Ook heb ik de tool Formulier Integrale Samenwerking ontwikkeld. Die helpt om tot een gezamenlijk doel te komen. En ik leerde om niet op een grote verandering vanuit de overheid te wachten, maar zelf de eerste stap te zetten. Zo zijn onze OZO-trajecten ontstaan, de Onderwijs-Zorg-Ondersteuners. Mede dankzij mijn onderzoek en de masterscriptie zetten wij nu 6 OZO-ers in op 3 basisscholen. Die kennen de leerkrachten, intern begeleiders en de kinderen. De stap om hulp in te roepen als je het even niet meer weet is kleiner. Effectief, want het leidt tot minder uitval, er zijn minder incidenten en geen schorsingen. Sommige uitkomsten zijn niet uit te drukken in geld, maar maken een groot verschil voor het welzijn van kinderen.’

Wacht niet af, maar zet zelf de eerste stap

Kenniswerkplaats Jeugd Friesland

Het Leernetwerk ‘Samenwerking Zorg en Onderwijs’ is een deelproject van de Kenniswerkplaats Jeugd Friesland. Aan dit onderzoek tussen 2020 en 2024 deden onderwijs- en zorgprofessionals mee van Horizon begeleiding, Kennis in Kracht, Accare, Samenwerkingsverband Friesland Noord, GGD Fryslân, gemeentes, kinderopvang, het primair onderwijs en Zorgbelang.

Tekst: Anja Klein

Meer weten?