Column
Vanuit de toekomst terug naar nu
Leestijd: 2,5 minuten
Een goede stedenbouwer is niet alleen expert op het gebied van files of bakstenen. Die kijkt altijd naar het geheel. Wat mij verbaasde toen ik 8 jaar geleden de politiek in ging, is hoe men in de jeugdhulp problemen wel opsplitst in specialismen. Overal zijn experts voor.
Die manier van kijken is heel anders dan hoe ik ben opgeleid. Als ingenieur landinrichting ben ik gewend om systemen te analyseren en begrijpen. Met een holistische blik onderzoek je hoe je een systeem verrijkt vanuit de vraag: hoe wil je dat het er over 20 jaar uitziet? Hoe reizen mensen naar die Vinexwijk, welke plek heeft het groen in levens van mensen, waar kunnen inwoners zich ontspannen en elkaar ontmoeten?
Met die insteek hebben we in Zwolle gediscussieerd over hoe de stad er in brede zin over een x aantal jaren zou kunnen uitzien. Van daaruit kun je vervolgens terugredeneren wat nodig is voor jongeren om op te groeien.
Weerbaarheid komt uit de omgeving
Mij viel op dat jeugdhulp geen antwoord is voor het merendeel van de jeugdhulpvragen. Andere problemen dan die van het kind spelen een rol of zijn de oorzaak van zijn worstelingen. Zoals een scheiding, geldproblemen in een gezin of andere moeilijkheden in de context van opgroeiende jeugd.
Richt je je op het probleem van het individuele kind, dan isoleer je het kind. Terwijl je wilt dat de samenleving om het kind heen gaat staan, want weerbaarheid komt uit de omgeving. De veranderingen die zorgen dat een kind zich weer kan ontwikkelen, liggen dus niet in het kind, maar in zijn omgeving.

Michiel van Willigen is wethouder Jeugd, onderwijs en sport in de gemeente Zwolle. Deze wisselcolumn biedt telkens een net iets andere kijk op onderzoek en de praktijk in de jeugdsector.
Rijke schooldag
Het onderwijs is een plek waar jeugd veel tijd doorbrengt. Dus hebben we flink in het onderwijs geïnvesteerd. Alle scholen kregen ondersteuningsteams: geen zware jeugdzorg, maar wijkteamwerkers die met de orthopedagoog in school kijken wat nodig is bínnen school en rondom het kind. We introduceerden de leerlijn THINK op school, die jongeren leert om met elkaar te praten over gevoelens en ervaringen, waardoor problemen ‘gewoner’ worden.
In 3 wijken experimenteren we met de ‘rijke schooldag’, waarbij kinderen na schooltijd beziggaan met sport en cultuur. Ook helpt vanuit het onderwijs een brugfunctionaris met vraagstukken thuis – wat dus net zo goed een probleem van ouders kan zijn.
Voor jongeren in de criminaliteit zoeken we naar mogelijkheden voor een stabielere thuisbasis en niet alleen een strafrechtelijk traject. En op het speciaal onderwijs bij de Ambelt krijgt niet het individuele kind een behandeling voor adhd, maar volgt de hele praktijkklas een training over omgaan met druk gedrag van jezelf of de ander. Van individuele behandeling naar een collectieve insteek.
Dakkapel van de gemeente
Die contextuele aanpak hebben we veel breder getrokken, met de uitbreiding van wijkteams die veel handelingsvrijheid hebben. Zo vormen financiële kaders geen belemmering voor creatieve, passende oplossingen en ontstaan mogelijkheden voor een andere insteek. Zo financierde de gemeente een dakkapel voor een gezin. Dat creëerde letterlijk en figuurlijk ruimte, waardoor de spanningen rond de opvoeding verminderden en een jongere niet uithuisgeplaatst hoefde te worden.
Bekijk het breder
De investering in het brede systeem werpt zijn vruchten af: het aantal uithuisplaatsingen is in Zwolle verminderd van bijna 300 per jaar naar 70, minder jongeren maken gebruik van zware jeugdhulp en we krijgen meer zicht en grip op ons jeugdhulpbudget.
Dus, verbinding tussen jeugdhulp en onderwijs? Ik bekijk het breder – niet voor niets voel ik me geen wethouder jeugdhulp, onderwijs en sport, maar is mijn ambitie kansengelijkheid. Die opdracht draagt de analyse van het brede systeem in zich. Dat is pas echt een investering in de toekomst.