Eyeopener

Soepele overstap naar het mbo

Leestijd: 4 minuten

Voor veel leerlingen op het speciaal en praktijkonderwijs is de stap naar het mbo erg groot. Ze belanden in een totaal andere wereld en een netwerk voor ondersteuning ontbreekt hen vaak. Daarom begeleiden transfercoaches van onderwijsinstelling Orion in Amsterdam jongeren bij de overstap.

‘Aziz* was boos op alles en iedereen’, vertelt Maïta Müller over een leerling. Müller is coördinator transferbegeleiding bij Stichting Orion. Orion is een Amsterdamse onderwijsinstelling voor speciaal primair en voortgezet onderwijs. ‘Om de stap naar een technische mbo-opleiding op het roc te begeleiden, koppelde ik hem aan een coach. Vanaf het allereerste contact was er een klik en gingen ze samen sporten of gamen. En: de jongen begon te praten.’

Van metro tot nieuwe vrienden

In het voorbeeld van de coördinator komt veel samen. Jongeren in het speciaal en praktijkonderwijs stromen veel minder vaak door naar vervolgonderwijs en ook de uitval is groot. Reden voor de regionale Kenniswerkplaats Jeugd Amsterdam-Amstelland (KeTJAA) om in 2020 onderzoek te doen naar transferbegeleiding aan jongeren in kwetsbare onderwijsposities. Het onderzoek – onder leiding van Leonieke Boendermaker, lector Jeugdzorg aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) – biedt onder meer kennis over de factoren die een soepele overgang bevorderen. Het werd in 2023 afgerond en Orion brengt de inzichten inmiddels in de praktijk.

‘Er speelt vaak zoveel in het leven van onze leerlingen. Armoede, schulden, zorgen over thuis. De coach biedt ondersteuning waar nodig. Van welke metro moet ik nemen, tot hoe maak ik nieuwe vrienden?’, zegt Orion-collega Jelka Bröcheler, coördinator van Werkstraat, de leerweg waar leerlingen worden voorbereid op hun toekomstige werkplek of opleiding. Bröcheler was ook nauw betrokken bij het onderzoek van KeTJAA. De transferbegeleiding van Orion is intensief. Leerlingen worden 40 weken lang door een transfercoach begeleid. Die ondersteuning begint al op het speciaal onderwijs en loopt door op de vervolgopleiding. De coach en leerling zien elkaar wekelijks.

Sporten en luisteren

Zo ging het ook met de eerdergenoemde jongere, Aziz. Hij begon voor het eerst te praten en emoties te delen. Over zijn vriendinnetje van wie niemand van mocht weten – zijn conservatieve ouders zeker niet. De coach sportte met hem en luisterde naar de jongen. De vertrouwensband groeide. Toen de opleiding aan het roc begon, ging de coach mee. Hij was aanwezig op de nieuwe school en kon daar tekst en uitleg geven aan de nieuwe mentor.

Müller: ‘We werken nauw samen met het mbo. De coach is elke week op school aanwezig. Zo is deze leerling steeds steviger komen te staan. Aziz werd niet meer zo snel boos, vocht niet meer. Het gaat goed met hem. De coach heeft hij niet meer nodig.’
Uit het onderzoek van KeTJAA bleek al hoe belangrijk dat laagdrempelige contact en de band tussen jongeren en coaches is. Bröcheler: ‘Het netwerk van deze jongeren is vaak klein, ze moeten veel zelf uitzoeken.’ Soms is er nog een hulpverlener in hun leven, maar wanneer ze 18 jaar worden, stopt die hulp. ‘Onze coaches komen heel dichtbij, ze zijn vaak de enigen die jongeren nog hebben. We weten uit allerlei onderzoek ook dat dit soort ankerfiguren in de nabijheid zo belangrijk zijn. Al is er maar één iemand die je ziet, dat kan echt verschil maken.’

Loslaten waar het kan

Er zijn inmiddels 15 coaches werkzaam op 4 locaties. ‘Een divers team dat qua achtergrond goed aansluit bij de leerlingenpopulatie van Orion’, zegt Müller. ‘Een mooie mix ook in leeftijd. De oudste coach is boven de 60, de jongste halverwege de 20. De coaches hebben allemaal een achtergrond als sociaal werker of komen uit het onderwijs. Op dit moment worden bijna 50 jongeren begeleid.’
De transfercoaches zijn géén hulpverleners, benadrukken de 2 collega’s. Ze staan naast de jongeren en laten los waar het kan. Müller: ‘Dat is voor mij de grote eyeopener. We leren jongeren op eigen benen staan en dat vraagt nogal wat van de coaches, zie ik in de praktijk. Professionals willen toch graag helpen – even dat telefoontje plegen – maar je moet ze ook laten falen. De bal laten vallen, noem ik het altijd, en vervolgens voorkomen dat de bal de volgende keer weer valt. Wat heb je zelf gedaan voordat je mij belde?’

Duurzame ondersteuning

Uit de 2 deelonderzoeken die binnen KeTJAA zijn uitgevoerd in het project ‘Transferbegeleiding aan jongeren in kwetsbare onderwijsposities’, blijkt het belang van duurzame ondersteuning. Bij Orion zijn de ervaringen van zowel leerlingen als coaches positief. Bröcheler: ‘We evalueren onze werkwijze voortdurend – zowel ouders, jongeren als de professionals zijn bevraagd. De jongeren die aan de pilot deelnamen, zijn 3 keer geïnterviewd. Al deze kennis heeft ons geholpen en we zien dat de zachte landing werkt.’

Haar collega vult aan: ‘Het speciaal onderwijs is toch een warm bad vergeleken met zo’n groot roc, met heel veel leerlingen. De coaches die ook op het roc zijn, helpen om dat nieuwe bad wat minder koud te maken.’

Van job- naar lifecoach

Coördinator Müller heeft inmiddels ook bij een andere onderwijsinstelling en bij de gemeente Amsterdam transfercoaches opgeleid. Bröcheler: ‘Bij Stichting Kolom (praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs) zijn 3 transfercoaches opgeleid. Bij de gemeente zijn jobcoaches getraind tot zogeheten life coaches; zij hebben extra uren gekregen om jongeren op andere leefgebieden beter te ondersteunen.’
Orion hoopt de aanpak nog verder uit te breiden. ‘We zien de noodzaak, zeker in het speciaal onderwijs. Ook in het primair speciaal onderwijs en de doorstroom naar reguliere basisscholen zouden coaches een belangrijke rol kunnen spelen.’

* De naam Aziz is om privacyredenen gefingeerd.

Praktische leermodule bejegening

Het contact met professionals in de hulpverlening en begeleiding kan volgens jongeren sterk variëren. Dat blijkt niet alleen uit onderzoek, maar ook uit signalen die onder andere het Jeugdplatform Amsterdam heeft opgevangen. Dit inspraakorgaan van jongeren en ouders bracht hierover een advies uit aan de gemeente Amsterdam. Voor organisaties die werken met en voor jongeren is een praktische leermodule ontwikkeld. Deze ondersteunt professionals in hoe ze beter afstemmen met jongeren en in hun bejegening van jeugd en kan zelfstandig worden uitgevoerd. De module is ontwikkeld door het lectoraat Jeugd en Samenleving van Hogeschool Inholland, het mbo-jeugdteam van Ouder- en Kindteams Amsterdam en jongeren uit het mbo. 

Tekst: Jessica Maas

Meer lezen?