Zo doe je dat
Als partners met ouders werken aan veiligheid
Leestijd: 5 minuten
Onveiligheid in een gezin stoppen? Dat moet mét ouders. Alleen vinden professionals dat best lastig. De Meldcode beschrijft goed wat je moet doen bij vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, maar niet hoe. Het stappenplan Check je gesprek doet dit wel.
‘Als ouders niet goed kunnen meepraten en meebeslissen, bestaat de kans dat ze de hulpverlening beëindigen,’ zegt Yvonne van Pouderoijen, projectleider en onderzoeker bij de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Noord-Holland. Daarom is bouwen aan goed partnerschap belangrijk.
Alleen ervaren professionals vaak handelingsverlegenheid als ze stap 1 en stap 3 van de Meldcode toepassen. ‘Ze twijfelen bijvoorbeeld of hun inschatting van mogelijke kindermishandeling juist is. Of ze zijn bang de werkrelatie met ouders te verliezen. “Check je gesprek” helpt.’
Het instrument bestaat uit 5 stappen:
1
Signalen in kaart brengen
(stap 1 van de Meldcode)
Probeer eerst een zo compleet mogelijk beeld te krijgen.
Do's
- Registreer feiten zorgvuldig met de 4 W’s: over wie gaat het signaal, wat is het signaal, wanneer is het door wie waargenomen? En weeg: wat is er precies aan de hand?
Don'ts
- Heeft een andere professional een of meerdere signalen van onveiligheid waargenomen? Ga er niet vanuit dat diegene het stappenplan van de Meldcode zal volgen: overleg wie ermee start.
- Sla geen ‘w’ over. Het is belangrijk om een antwoord op álle vragen te vinden.
- Vergeet niet je overwegingen, besluiten en vervolgstappen in een dossier te registreren.
2
QuickScan
Een QuickScan geeft handvatten om de veiligheid in het gesprek zoveel mogelijk te waarborgen.
Do's
Vóór het gesprek bedenk je:
- Wanneer heeft wat tussen wie plaatsgevonden?
- Met wie ga ik spreken: het vermoedelijke slachtoffer, de vermoedelijke pleger of beiden?
- Wat ga ik exact bespreken, wat verwacht ik van de gesprekspartners? Zet dit vooraf op papier of schrijf het op een flip-over tijdens het gesprek. Duidelijkheid over de verwachtingen van het gesprek en wat er ter sprake komt, draagt bij aan het gevoel van veiligheid.
- Waar voer je het gesprek? Vaak is de eigen woning van de gezinsleden geen veilige plek, bijvoorbeeld omdat de vermoedelijke pleger kan thuiskomen. Nodig de betrokkene(n) liever uit op kantoor.
Don'ts
- Sla de QuickScan niet over. Een onveilig gevoel tijdens het gesprek kan ervoor zorgen dat de werkrelatie onder druk komt te staan.
2
3
Bouwen aan partnerschap
(stap 3 van de Meldcode)
Partnerschap houdt in dat ouders zich gehoord en begrepen voelen.
Do's
- Stel iedereen op z’n gemak: ‘Ik kan me voorstellen dat het best spannend is om dit gesprek aan te gaan. Fijn dat jullie toch zijn gekomen.’
- Vertel het doel van het gesprek.
- Bespreek de feitelijke signalen en noem ze ‘zorgen’.
- Vraag de ouder(s) én kinderen om een reactie. Luister goed.
- Sta stil bij emoties en reflecteer erop: ‘Ik zie je frustraties.’ Of: ‘Je voelt liefde voor je partner, maar maakt je ook zorgen als het geweld niet stopt.’
- Zeg wat je doet, doe wat je zegt. Benoem het als iets je raakt.
- Stop het gesprek als je merkt dat iemand te geëmotioneerd is. Bel de volgende dag om te horen hoe het gaat en bespreek ‘hoe verder’.
Don'ts
- Met meerdere hulpverleners plaatsnemen tegenover één ouder of kind komt intimiderend over.
- Voer het gesprek liefst niet telefonisch of online.
- Stap niet te snel over emoties heen. Zeg niet: ‘Ik wil dat u rustig blijft’ als iemand boos of verdrietig reageert.
- Laat je eigen emoties niet overheersen. Zeg niet, als een kind vertelt dat hij geslagen wordt: ‘Ik schrik daar erg van.’ Een kind zal dan niet snel méér delen.
- Draag geen oplossingen aan tijdens het bespreken van de onveiligheid.
4
Conclusies: wat haal je uit het gesprek?
In het gesprek met de gezinsleden zijn jouw zorgen bevestigd – of niet.
Do's bij bevestiging van de zorgen
- Weeg opnieuw de informatie: zijn er vermoedens van acute of structurele onveiligheid? Is direct handelen vereist? Gebruik het Afwegingskader Meldcode en eventueel een risicotaxatie-instrument.
Don'ts bij bevestiging van de zorgen
- Trek niet te snel conclusies. Dat kan leiden tot niet passende vervolgstappen.
Do's bij ontkenning van de zorgen
- Bespreek met collega’s hoe je de informatie weegt. Vraag om een kritische blik: interpreteren zij signalen hetzelfde?
- Bespreek de ontkenning. Als een vader ontkent dat hij zijn zoon verwaarloost, vraag: ‘Waar komen de aanwijzingen vandaan dat het wel zo is?’ Vraag of hij toch bereid is mee te denken over een oplossing.
Don'ts bij bevestiging van de zorgen
- Ga niet enkel op zoek naar signalen die jouw beeld bevestigen, zoek ook tegengestelde informatie. De moeder die haar kinderen beschimmeld brood meegaf naar school? Dat bleek een eenmalige vergissing…
- Besteed niet te weinig of te kort aandacht aan het perspectief en de emoties van de gezinsleden. Daardoor kan het contact namelijk verslechteren. Kom er in een volgend gesprek op terug.
- Is in stap 4 onvoldoende partnerschap ontstaan met ouders? Ga niet naar stap 5. Bespreek met de gezinsleden hoe je wél met elkaar in verbinding komt. Willen ze niet meewerken? Geef aan dat het jouw plicht is om hen (schriftelijk) te blijven informeren over jouw vervolgstappen, zoals een melding bij Veilig Thuis.
4
5
In gesprek over oplossingen
(stap 3 van de Meldcode)
Vraag alle betrokkenen naar hun ideeën om met de zorgen om te gaan.
Do's
- Jongeren voelen zich gesteund bij het regelen van afspraken bij bijvoorbeeld de ggz, maar ook in ogenschijnlijk kleine dingen als samen de route naar een nieuwe school uitzoeken en afleggen. Gebruik zinnen als: ‘Wie kunnen er allemaal iets bijdragen?’
- Leg uit dat het werken aan oplossingen en veranderingen ieders inzet vereist.
Don'ts
- Ga niet te vlug naar een oplossing. Gezinsleden willen kunnen nadenken en vaak zijn meerdere gesprekken nodig om tot een oplossing te komen.
Over het onderzoek
Wat kunnen professionals in de jeugdhulp doen om de samenwerking met het informele netwerk te verbeteren? Die vraag staat centraal in de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Noord-Holland. In een van de leerateliers van de Kenniswerkplaats is tussen 2020 en 2024 onderzocht hoe professionals ouders kunnen betrekken bij de Meldcode.
Yvonne van Pouderoijen is orthopedagoog, gespecialiseerd in huiselijk geweld en kindermishandeling. Ze werkt als teamleider en trainer bij Stichting GroeiMee en is als projectleider en onderzoeker betrokken bij de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Noord-Holland.
Tekst: Femke van den Berg
Meer weten?
- Neem de rapportage Meldcode & Partnerschap door
- Bekijk het validatierapport Check je Gesprek Tool
- Lees het artikel Gebruik de Meldcode als empowermenttool
- Bekijk dit overzicht van hulpmiddelen bij de Meldcode
- Lees meer over de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Noord Holland